De ‘Neue Rhein Zeitung‘ (NRZ) besteedt aandacht aan de Duitse vertaling van ‘Reis naar het einde’. In deze krant vertelt Ralf Elting, voorzitter van de Heimatverein Dingden, dat het reisverhaal van Hubert van Hove een niet zo bekend hoofdstuk in de dorpsgeschiedenis van Dingden vormt.
“1944 mussten Niederländer in Hamminkeln am „Westfalenwall“ arbeiten. Ein Ehemaliger hat die bisher wenig bekannten Ereignisse aufgeschrieben. Sie sind ein nicht so bekanntes Kapitel der Dingdener Dorfgeschichte im Zweiten Weltkrieg: Die Schanzer aus Rotterdam, die zum Ende ins Dorf kamen, um dort den von den Nazis befohlenen „Westfalenwall“ südlich von Dingden zu errichten.” (Neue Rhein Zeitung)
Op vrijdag 10 november 2023 wordt het Razzia Monument door burgemeester Aboutaleb onthuld in Rotterdam. Beeldend kunstenaar Anne Wenzel ontwierp het Razzia Monument. Het metershoge beeld bestaat uit een man en een vrouw die op afstand van elkaar geplaatst zijn. Ooit waren de figuren een geheel, maar door de razzia zijn ze wreed van elkaar gescheiden.
Nadat de Slag om Arnhem is mislukt wagen de geallieerden bij de Duitse stad Wesel een nieuwe poging de Rijn over te steken. Op zaterdag 24 maart 1945 worden 16.000 parachutisten ten oosten van de Rijn achter de Duitse linies gedropt. Dit is de grootste luchtlandingsoperatie die ooit is uitgevoerd in een enkele dag, Operatie Varsity.
Tijdens de Operatie Varsity wordt de stad Wesel compleet verwoest.
Dingden, het dorp waar mijn vader tewerk is gesteld als dwangarbeider, komt tijdens Operatie Varsity midden in de frontlijn te liggen.
Frontlijn te tijde van de Razzia van Rotterdam (november 1944) en tijdens Operatie Varsity (maart 1945). Bij het blauwe sterretje ligt Dingden.
In de lucht boven Dingden cirkelen bommenwerpers. Mijn vader moet rennen voor zijn leven.
“Even later hoorde ik een onheilspellend fluitend geluid. Toen ik opkeek zag ik in de richting van het Bahnhof een fontein van vuur boven de daken uit spatten. Op hetzelfde ogenblik klonk er een daverende knal. Ik rende naar de schuilkelder. Ik liep een trapje af van ongeveer tien treden en kwam toen bij een ijzeren deur. Op dat moment hoorde ik een tweede knal, veel harder dan de eerste. De grond onder mijn voeten golfde en de lucht werd uit mijn longen gezogen. Snakkend naar adem stond ik daar.“ Hubert van Hove – Reis naar het einde
Nadat mijn vader een hele dag in een kelder heeft doorgebracht, vlucht hij naar een oude windmolen buiten het dorp waar hij schuilt voor het artellerievuur.
“Toen ik even was ingedommeld werd ik weer wakker van kanongebulder. Het scheen dat de granaten tamelijk dichtbij insloegen. Op een gegeven ogenblik vlogen door de luchtdruk de ruiten van de molen eruit. Toen leek het ons beter naar beneden te gaan. Er was geen binnentrap. Wij moesten dus buitenom. De onderste verdieping van de molen was omgeven door een aarden wal die op een punt werd onderbroken door een poort. Wij renden dus het dijkje af en door de poort naar binnen. Het was hier donkerder dan boven, want er waren geen ramen. De enige verlichting bestond uit een viertal olielampen. Daarin zagen wij vaag zo’n vijftiental gewonden liggen.” Hubert van Hove – Reis naar het einde
In deze oude windmolen schuilt mijn vader voor het artellerievuur van Operatie Varsity. De molen is nu het oorlogsmonument van Dingden.In deze kaart van de Operatie Varsity is Dingden bovenaan gesitueerd.
Op woensdag 28 maart 1945 wordt Hubert van Hove bevrijd door Engelse soldaten.
“Sta op, Hubert, daar zijn de Tommies. Toen ik slaperig was opgestaan vroeg hij me of ik ze tegemoet wilde lopen met een Rode Kruisvlag. Ik voelde daar niet veel voor en vroeg waarom ik dat moest doen. Hij antwoordde dat ik de enige was die behoorlijk Engels sprak. Ik had spijt dat ik die suggestie had gewekt. Voorzichtig keek ik naar buiten. En jawel, daar kwamen ze. Een twintigtal geallieerde soldaten, gewapend met stenguns, kwam vanuit het dorp naar de molen toe.” Hubert van Hove – Reis naar het einde
Bij de razzia van Rotterdam wordt mijn vader door Duitse ‘Fallschirmjäger’ naar de haven gedirigeerd. Daar wordt hij met honderden tegelijk in een rijnaak gedreven. In de rijnaak heeft steenkool gezeten. Binnen de kortste keren is iedereen zo zwart als roet. Stoelen of banken zijn er niet, laat staan bedden. En er zijn zoveel mannen in een ruim gestopt, dat ze niet allemaal tegelijk op de grond kunnen zitten. In een hoek staat een ton, de enige sanitaire voorziening. Als hij helemaal vol gepoept is, wordt hij omhoog gehesen en leeggegooid. Verderop in zijn reisverhaal beschrijft mijn vader dat zij bij toerbeurt aan dek mogen komen om te luchten.
“We konden nu ook, gehurkt langs de reling, op wat frissere wijze, onze behoefte doen. Een medereiziger viel tijdens deze sanitaire exercitie overboord. Wij zagen zijn hoofd op de golven dobberen, met naast hem zijn gleufhoed. Op het schip dat achter ons voer stak een humane mof hem een ladder toe en hees hem, zonder hoed, aan boord. Zijn broek bleef nog net aan zijn enkels hangen. Wij konden dat allemaal goed zien, want het was een heldere nacht en de boot waar hij op werd gehesen voer vlak achter ons aan.” Hubert van Hove – Reis naar het einde
De tocht was niet zonder gevaar, want na de sluizen bij Vreeswijk werd de rijnaak van mijn vader beschoten.
“Kort nadat we weer verder waren gevaren werden we vanuit de lucht beschoten. Er stond blijkbaar afweergeschut aan dek, en toen dat begon te schieten ontstond er even paniek. Onze kapelaan bad luidkeels een gebed en gaf ons allemaal de absolutie. Gelukkig gebeurde er niets. Toen het voorbij was keek een jonge Germaan tussen de dekplanken in naar beneden en riep spottend lachend: Angst?” Hubert van Hove – Reis naar het einde
De barre reis per schip en per trein naar Dingden duurde in totaal twee weken (kaart uit ‘Reis naar het einde’).
Koos van Oeveren maakte dezelfde reis als mijn vader; per rijnaak naar Amsterdam, het IJsselmeer over naar Kampen. Koos beschreef deze reis in het Kamp-Wezeplied.
In Kampen gaat de reis verder per stoomtrein. Na twee weken reizen komt mijn vader uiteindelijk terecht in Dingden (D) waar hij te werk wordt gesteld als ‘Schanzarbeiter’. Het graven van loopgraven en tankgrachten, die samen de ‘Westfalenwall’ moesten vormen.
Mijn vader Hubert van Hove zit samengepropt met 200 dwangarbeiders in Lager Hengstermann, een feestzaal achter gaststätte Hengstermann. Op een van zijn eerste dagen in Dingden gaat hij heel brutaal naar het dorpscafé tegenover de kerk. Daar bestelt mijn vader een biertje met het vijfmarkbiljet dat hij van de Duitsers heeft ontvangen voor zijn ‘Schanzarbeit’. Als mijn vader vertelt over zijn barre reis naar Dingden, bemerkt hij dat de nazi-propaganda duidelijk effect sorteert onder de plaatselijke bevolking.
“Een van hen vroeg mij of ik geen partizaan was. Hij zei dat hem dat verteld was. Al die Hollanders zijn terroristen. Die hebben op onze jongens geschoten. Ik legde uit dat ‘partizanen’ door de Duitsers werden neergeknald en dat die niet in de gelegenheid werden gesteld om in een Duits dorpscafé een gemoedelijk gesprek te voeren met de plaatselijke bevolking. Gelukkig kwamen op dat moment enkele andere Lagerbewoners het café in, die bevestigden wat ik had verteld. “ Hubert van Hove – Reis naar het einde
Foto van Gaststätte Hengstermann in de jaren vijftig.
De Duitse stamgasten zijn heel ontdaan door het reisverhaal van mijn vader. Ze kunnen het bijna niet geloven.
“Maar nog konden de Duitse stamgasten ons verhaal nauwelijks geloven; ze waren heel ontdaan. Een oude ijzervreter zei dat de Duitse jongens aan het front het ook niet zo best hadden. En die vochten voor de vrijheid van Europa. Ook voor de vrijheid van de Hollanders. Toen greep de caféhouder in. Hij wilde geen politieke gesprekken in zijn café. Eigenlijk had hij maar liever dat wij weggingen en niet meer terugkwamen. Hij zei dat hij niets tegen Hollanders had. Daar had hij altijd hele prettige contacten mee gehad. Maar hij wilde geen last met de Gestapo.” Hubert van Hove – Reis naar het einde
Kerk van Dingden (2023).
Lager Hengstermann lag aan het kerkplein in Dingden. In de jaren zestig is de gaststätte met feestzaal afgebroken. Tegenover de kerk staat nog steeds het oude dorpscafe dat nu Le Café Crème heet.
Op de parkeerplaats (rechts) bevond zich in de Tweede Wereldoorlog Lager Hengstermann.
Tijdens de Razzia van Rotterdam is mijn vader bij zijn ouders aan de Bergsingel opgepakt door de Duitse Wehrmacht. Hij wordt afgevoerd naar de tramremise in Hillegersberg. Daar is 60 jaar later een gedenkteken onthuld.
“Intussen werden de Duitsers ongeduldig. Voortdurend schreeuwden ze ‘Schnell, schnell.’ Mijn moeder had inmiddels mijn koffer gepakt alsof ik met vakantie ging. Alleen mijn fototoestel zat er niet in. Maar wel een rolletje pepermunt, wat toen al heel schaars was. Met die zware koffer in mijn hand ben ik toen, in gezelschap van zeer veel anderen, naar Hillegersberg gelopen.” Hubert van Hove – Reis naar het einde
Via de Bergweg en de Straatweg beweegt de aangroeiende kolonne mannen richting Hillegersberg.
“In Hillegersberg werden wij ondergebracht in een remise van de Rotterdamse tram. Er stonden tientallen tramstellen, waarin wij gingen zitten voor zover er plaats was. Wie niet kon zitten liep maar wat rond. Het was erg vol. In een hoek stond een pantservoertuig, met daarop een militair die een zware mitrailleur op ons gericht hield. Later heb ik gehoord dat een aantal mannen via een raam op het toilet uit die remise zijn ontsnapt, maar daar heb ik toen niets van gemerkt.” Hubert van Hove – Reis naar het einde
’s Avonds krijgt mijn vader in de tramremise verrassend bezoek.
“Die hele dag zaten we in de remise. Tot mijn verrassing kwam ’s avonds mijn vader op bezoek. Hij had een schaaltje bij zich met gestampte aardappelen en groenten, met daarboven op een gebraden kippenpootje. Het was niet erg warm meer, maar toch wel lekker. Omdat mijn vader ouder was dan veertig mocht hij ongehinderd naar binnen en, wat nog belangrijker was, ook weer naar buiten. Die nacht kwam van slapen niet veel.” Hubert van Hove – Reis naar het einde
Zestig jaar na dato, in 2004, is aan de muur van de tramremise een bronzen plaquette aangebracht als blijvende herinnering aan de Razzia van Rotterdam.
Tramremise Kootsekade. De plaquette hangt rechts van de ingang aan de muur.
Op de plaquette staat een afbeelding van acht weggevoerde mannen.
De plaquette hangt jammer genoeg op een onopvallende plek; mensen lopen er zo langs, op de stoep staan fietsen geparkeerd. Tijdens de herdenking van 2019 is daarom de Stichting Razzia Monument opgericht met als doel de oprichting van een respectvol monument op een prominente locatie.
Op 10 november 2023 onthult Burgemeester Aboutaleb aan de Parkkade het Razzia Monument Rotterdam.
Artistieke impressie van het Razzia Monument Rotterdam