Na de bevrijding van Dingden is mijn vader eind april 1945 op een Duitse fiets naar Nederland gereden. Van Bocholt fietst hij langs de voormalige spoorlijn Bocholt – Winterswijk naar de grens en vandaar via de Achterhoek naar Deventer, waar zijn oom en tante wonen. Dezelfde route heb ik afgelopen week gefietst. In de fietssporen van mijn vader.
Mijn vader heeft na de bevrijding door de Tommies op 28 maart 1945 nog een maand in Dingden gewerkt. Hij heeft geholpen met het weer in orde brengen van het ziekenhuis dat zwaar beschadigd was tijdens de grote luchtlandingsoperatie bij Dingden.
Eind april 1945 kreeg mijn vader van een boer uit Dingden, Bernhard Hessling, een fiets, een Adler. Daarmee is hij over de Bocholtse baan naar Nederland gefietst. Deze spoorlijn was in gebruik van 1880 tot 1930 voor het vervoer van steenkool uit het Ruhrgebied naar Winterswijk. De economische crisis van 1929 maakte een eind aan het goederenvervoer.

In Reis naar het einde beschrijft mijn vader zijn fietstocht naar Nederland over de Bocholtse baan.
“Er was een spoorlijn geweest van Bocholt naar Winterswijk. De spoordijk lag er nog wel, maar de rails waren verdwenen. Langs die spoordijk liep een smal paadje, waarover ik naar Nederland fietste. Er was geen grenspaal. Aan een oude man, die bij een boerenhuisje hout stond te zagen, vroeg ik of ik al in Nederland was. ‘Nein’, zei hij, ‘dass ist nog zweihundert meter weiter’. Bij het volgende huis herhaalde ik de vraag. En jawel hoor, ik was er. ‘Welkom in het vaderland’ zei een jonge vrouw.”
Hubert van Hove – Reis naar het einde
Voor de Tweede Wereldoorlog was al een groot deel van de spoorlijn gedemonteerd. Alleen op het korte stuk Bocholt – Barlo werd nog tot 1995 met goederentreinen gereden. Tegenwoordig ligt er een fietspad over het gehele tracé van Bocholt naar Winterswijk dat ik afgelopen week per fiets verkende.


Van de spoorlijn is alleen nog het ballastbed van de spoordijk te herkennen. Rails en bielzen zijn er niet meer. Iets ten noorden van Barlo gaat het fietspad via een oude spoorbrug over een beek, de Holtwicker Bach.

Mijn vader had op de plaats van de grote luchtlandingsoperatie bij Dingden (Operatie Varsity) een stafkaart gevonden van een gedeelte van de Achterhoek. Hierop had hij een route uitgestippeld via allerlei onverharde wegen. Hij had namelijk geen persoonsbewijs meer en was bang dat hij zou worden aangezien voor een voortvluchtige NSB’er. Deze route liep langs Varsseveld, Zelhem en Vorden richting Almen. Zijn reis verliep geheel volgens plan. “Op de smalle weggetjes kwam ik bijna geen sterveling tegen”, schrijft mijn vader in Reis naar het einde.



Maar even voorbij Almen liep het voor mijn vader mis. De brug over het Twentekanaal was door het terugtrekkende Duitse leger begin april 1945 opgeblazen.
Almense brug in 1945 en in 2024.
Er was een voetveer, dat bewaakt werd door zogenaamde BS’ers, leden van de Binnenlandse Strijdkrachten. Dit waren jongemannen in blauwe overalls met een oranje band om de linkerarm. Zodra mijn vader aanstalte maakte om de pont op te gaan vroeg een van deze jongemannen zijn persoonsbewijs. “En toen had je de poppen aan het dansen“.

Voor mij was het een bijzondere ervaring om bijna 80 jaar later dezelfde route te fietsen als mijn vader. Zo ontspannen als de fietstocht voor mij afgelopen week was, zal het voor mijn vader in 1945 niet zijn geweest. Hij was immers bij een vluchtpoging in maart 1945 aan de grens opgepakt door Landwachters. Dit waren NSB’ers die gewapend met jachtgeweren jacht maakten op onderduikers.
De Binnenlandse Strijdkrachten bij de Almense brug namen mijn vader op 28 april 1945 mee naar het bureau van de plaatselijke commandant in Lochem.

Klik op de kaart voor een vergroting.





